Circulaire boerderijen met zeeagricultuur
- Onderzoeksproject
Nederlandse melkveehouderijen staan voor een lastige opgave. Zo draagt de mest van veehouderijen bij aan het stikstofprobleem, en wordt het meeste veevoer geproduceerd van soja uit Zuid Amerika. Voor deze soja worden bossen gekapt die een onmisbare rol spelen in het lokale ecosysteem. Deze haalbaarheidsstudie onderzoekt een ontwerp voor een circulaire melkveehouderij, waar de boer zelf hun eigen veevoer kan produceren en tegelijk van hun mest afkomt. Dit veevoer komt van zeewier en grasklaver dat boeren zelf kunnen verbouwen met zeagricultuur.
Zeagricultuur is de teelt van zeewier op het land met het gebruik van bassins. Door deze bassins op boerderijen te plaatsen kunnen boeren zelf hun eigen zeewier telen. In dit project wordt de zeewiersoort Ulva lactuca gebruikt. Deze zeewiersoort heeft een eiwitpercentage van 22%. Dit wordt aangevuld met grasklaver om gezond en eiwitrijk veevoer te produceren.
Ulva zeagricultuur gebruikt stikstof als voeding. De mest van een veehouderij kan dus gebruikt worden voor het verbouwen van zeewier. Hiervoor moet het eerst vergist worden tot biogas.
Het resultaat is dat een boer met een melkveehouderij met 100 koeien zijn/haar stikstofemissies drastisch omlaag kan brengen, en tegelijkertijd lokaal eiwitten kan verbouwen voor veevoer. Deze boer kan op 45 hectare zeewier- en grasklaverteelt volledig zelfvoorzienend zijn met eiwit en volledig circulair met stikstof. Oftewel: een melkveehouderij zonder soja, zonder kunstmest, zonder mestoverschotten, met daarbij ruimte voor nieuwe natuur en volledig circulair!
Lector Transitie Circulaire Bioeconomie
Lees meer over plantaardige inhoudsstoffen op de pagina van het lectoraat Plant Production & Processing.
Plant Production & ProcessingHoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?