Ssstutterfly-app voor stottertherapie
- Onderzoeker aan het woord
Studenten van vier verschillende opleidingen van de Hanzehogeschool (Communicatie, Multimedia en Design - CMD, ICT, Logopedie en Communicatie) hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van de Ssstutterfly-app. Ssstutterfly is een app met oefeningen bij stottertherapie. De app helpt bij de eerste fase van stottertherapie voor kinderen tot 14 jaar. De therapievorm waarbij deze app ontwikkeld is, is er op gericht dat de cliënt zich uiteindelijk vrij voelt om te spreken, ook als het stotteren niet volledig verdwijnt.
Bea van Meerveld is bij de ontwikkeling van de app betrokken als projectleider. Zij heeft een achtergrond in taalspraaktechnologie en was werkzaam op een logopedieopleiding. Bij haar stotterende zoon merkte ze dat de oefeningen bij stottertherapie vaak tijdrovend zijn en niet altijd leuk om te doen voor kinderen. "Mijn zoon kreeg oefeningen mee naar huis, maar ik wist niet wanneer ik de tijd zou vinden om dit met hem te oefenen", begint Bea te vertellen. "Mijn zoon dacht ook liever niet na over dat vervelende stotteren, dus hij ging de oefeningen zeker niet zomaar doen. Voor de betreffende oefeningen mochten we gelukkig opnames maken die we direct via whatsapp naar de therapeut konden sturen. Het schermgebruik maakte het voor mijn zoon een stuk leuker om de oefeningen te maken. Zo is het idee van Ssstutterfly uiteindelijk ontstaan."
Met ons lectoraat richten wij ons op de vraag hoe we technologie in kunnen zetten om de zorg efficiënter en effectiever te maken. De app is hier een goed voorbeeld van.
Bea kwam vervolgens in contact met Lector Digitale Transformatie Hilbrand Oldenhuis van het Centre of Expertise Ondernemen. Samen met docent-onderzoeker ICT Harald Rietdijk en andere onderzoekers hebben zij de ontwikkeling van de stottertherapieapp vanaf het begin begeleid. Door een KIEM-subsidie van SIA, het Regio-orgaan voor praktijkgericht onderzoek, kon de ontwikkeling van de app ook daadwerkelijk doorgaan. Hilbrand merkt dat mensen met een eigen praktijk in de paramedische zorg staan te springen om digitale innovaties. "In de dagelijkse praktijk is er weinig ruimte en tijd om te innoveren en om echt structureel tijd te besteden aan innovaties. Ik zie het als een belangrijke missie van de Hanzehogeschool om zorgprofessionals te ondersteunen met innovatieprojecten. Met ons lectoraat richten wij ons op de vraag hoe we technologie in kunnen zetten om de zorg efficiënter en effectiever te maken. De app is hier een goed voorbeeld van."
De digitale toepassing richt zich met name op de eerste fase van de therapie, vertelt Bea: "Het doel van stottertherapie is om te leren hoe je lekker kunt praten zonder je zorgen te maken over het stotteren. Dat is een moeilijke scheidslijn, omdat je juist hard wil werken om er vanaf te komen. Die gedachte is onwenselijk, omdat je dan tegen het stotteren gaat vechten. De eerste stap in de therapie is dat je kinderen laat kennismaken met stotteren.
Ze leren dingen over eigen spraak of spraak in het algemeen. De kinderen leren door middel van de app ook over verschillende soorten stotters (verlengingen, herhalingen en blokkades). Door de app weten gebruikers ook beter welke gevoelens er gepaard gaan bij het stotteren. Je werkt dus niet aan het stotteren zelf, maar wel aan de hele voorbereidende fase. Dat is wat de app nu doet." Ssstutterfly richt zich op jonge kinderen tot 14 jaar. Door de verschillende levels in de app te doorlopen kunnen kinderen beloningen verdienen.
Er zijn in totaal 25 studenten van vier verschillende opleidingen betrokken geweest bij de ontwikkeling van de app. Twee studenten van de logopedie-opleiding maakten een inhoudelijk ontwerp wat de studenten van de opleidingen CMD en ICT hebben omgezet in een visuele en technische applicatie. Communicatiestudenten zorgden vervolgens voor een communicatieplan om de app zo goed mogelijk in de markt te zetten. Hilbrand: "Als je kijkt naar dit product en wat er nodig is, dan is het logisch dat je al deze opleidingen bij elkaar brengt. Je merkt dat studenten de integrale samenwerking ook erg waarderen."
Vanaf de eerste fase is er een groepje stottertherapeuten betrokken geweest bij de ontwikkeling van de app. Zij hebben op verschillende momenten input mogen leveren. Deze opmerkingen zijn meegenomen in het uiteindelijke ontwerp. Ook kinderen, waaronder de zoon van Bea, hebben geholpen bij het testen van de app. "Mijn zoon vond de app helemaal super", zegt Bea. "Wij hebben ook kinderen mee laten kijken die niet stotteren. Zij kunnen met de app op een speelse manier kennismaken met wat stotteren nu precies is. We gaan nu verder met een uitgebreide testfase met meer therapeuten en gebruikers", besluit Bea.
Tekst: Jan Willem Kerssies
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?