Impact is vaak een optelling van kleine dingen

  • Onderzoeker aan het woord
Werkplaats Sociaal Domein Noord.jpg

De Werkplaats Sociaal Domein Noord komt voort uit de vraag naar verbinding. De vele initiatieven die er al waren op allerlei terreinen binnen het sociale domein, wisten elkaar niet altijd te vinden. Dit zegt Isabelle de Harder, projectleider van de werkplaats. ‘We willen meer samen optrekken met als doel kennis delen en verspreiden op het gebied van transitievraagstukken in het sociale domein.’

De Werkplaats Sociaal Domein Noord is een netwerk om kennis te delen. Dit netwerk bestaat uit Innovatiewerkplaatsen (IWP’s) van de Hanze, dit zijn leergemeenschappen, waarin onderzoekers, studenten en mensen uit de praktijk samenwerken. Via deze IWP’s zijn allerlei gemeentes, zorgorganisaties en instanties in de noordelijke regio aangesloten, waaronder de Alliantie van Kracht, waar 42 organisaties onder vallen die als doel hebben de intergenerationele armoede in de Veenkoloniën te doorbreken. Isabelle: ‘Vier keer per jaar organiseert de WSDN een bijeenkomst waar onderzoekers en studenten van de Hanze en partners uit het werkveld aanschuiven. En elke eerste donderdag van de maand zijn er webinars waarbij soms wel veertig deelnemers om de virtuele tafel zitten. We werken in de driehoek onderzoek, onderwijs, praktijk, en het gaat altijd over vragen die in de regio spelen. Dat is een voorwaarde voor alle projecten waar we aan werken: dat ze gebaseerd zijn op vragen uit de praktijk. Dit betekent dat ze van gemeenten of bedrijven kunnen komen, maar ook van inwoners zelf.’


Aansluiten bij bestaande initiatieven

De Innovatiewerkplaatsen die onder WSDN vallen zijn bijvoorbeeld de Kenniswerkplaats Onbegrepen Gedrag, de IWP Gezinsbenadering, de IWP Intergenerationele armoede en de IWP Senioren. Isabelle: ‘Hier is al veel kennis aanwezig, en als je die samenbrengt en informatie deelt, kun je veel betekenen. We willen vooral ook aansluiten bij bestaande initiatieven. Dat doen we liever dan weer iets nieuws op te starten. Daarin zoeken we ook nadrukkelijk de verbinding met praktijkpartners. We zijn altijd aan het kijken hoe we die verbinding het beste voor elkaar kunnen krijgen om zo de kennis en best practices uit de IWP’s met elkaar te delen.’

Die kennis wordt ook onderling gedeeld binnen de IWP’s. Het kan zijn dat een projectleider een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente nodig heeft, bijvoorbeeld. Isabelle: ‘Die zijn er natuurlijk, dat is eerder gedaan, dus is het niet nodig om het wiel opnieuw uit te vinden. Wij zoeken dan iemand binnen een van de IWP’s die weet wat daar in moet staan en zorgen dat deze kennis bij de juiste persoon terechtkomt. Zo helpen we elkaar niet alleen op inhoudelijk vlak, maar ook met heel praktische zaken.’

Onderwijs, onderzoek en praktijk versterken elkaar

Dat er binnen de Hanze in leergemeenschappen wordt gewerkt heeft effect. Studenten en leerlingen van de Hanze, het Alfa-college, Noorderpoort en de Rijksuniversiteit Groningen, leren hoe het er aan toegaat in de praktijk en de praktijk is geholpen met de oplossingen. Isabelle: ‘Niemand heeft iets aan een dik rapport dat over een jaar nog ergens op een plank ligt.  Een voorwaarde voor de projecten is dan ook dat ze duurzaam moeten zijn. We zien dat er al veel samenwerking is met mooie impact. Die is misschien niet altijd heel groot en direct zichtbaar; impact kan ook een optelling van kleine dingen zijn. Wij komen niet met oplossingen, maar we bedenken die met elkaar.’

Dit gebeurde bijvoorbeeld in Pittelo, een wijk in Assen. Buurtbewoners waren de verbinding met elkaar kwijt, kwamen niet meer zoals vroeger samen op het voetbalveld of in het buurtcentrum, en daar wilden de inwoners en de gemeente wat aan doen. Hanze-docentonderzoeker Voeding & Diëtetiek Sara van de Lustgraaf ging aan de slag, samen met studenten, praktijkpartners en inwoners, met als doel een gezonde wijk en gezonde wijkbewoners. Door direct samen te werken met bewoners kwamen de onderzoekers erachter wat hen echt bezighield. Goede gezondheid wordt hierbij gezien als een optelsom van meerdere factoren. Omdat het niet alleen het individu betreft, kun je dit soort zaken alleen collectief aanpakken. Dus werd onderzocht: zijn er fietspaden of aantrekkelijke parken om te bewegen? Zijn er gemeenschappen, kennen de mensen uit de buurt elkaar en kunnen ze elkaar helpen? Zo werd de onderzoeksvraag: Hoe kun je er met elkaar voor zorgen dat Pittelo weerbare, gezonde inwoners krijgt, die opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving waarin sprake is van een gezonde basis? Een van de praktische vraagstukken die hieruit voortkomt en waar studenten in september 2024 mee aan de slag gaan is het ontwikkelen van een naschoolse activiteit voor kinderen van de basisschool en eventueel hun ouders, met als thema: positieve gezondheid.

Studenten fietsen over regenboogzebrapad 2022.jpg

Doordat onderwijs en onderzoek dicht samenwerken met de praktijk, weten we dat de oplossingen resultaat hebben

Hoe meer studenten meedoen, hoe groter de impact

WIJS is een ander voorbeeld van een netwerkorganisatie die verbonden is aan de Werkplaats Sociaal Domein Noord. De organisatie heeft verschillende steunpunten en leerateliers in de stad Groningen en Hoogezand, waar studenten, bewoners en professionals actief zijn. En in Hoogezand hadden ze een probleem: er was een spiksplinternieuw buurtcentrum, maar er kwam niemand. De gemeente wilde graag weten waar dat aan lag. Vanuit WIJS hebben studenten een buurtonderzoek gedaan om te horen wat de wensen van de buurtbewoners nu echt waren. Het bleek dat jongeren graag terugkerende activiteiten wilden, zodat ze ook met vrienden konden afspreken, bijvoorbeeld om een film te gaan kijken. Een van de eerste activiteiten die georganiseerd werd, was een lasergamewedstrijd. Die trok heel veel jongeren en omdat hun ouders kwamen kijken, raakte er meteen een grote groep mensen betrokken. Zo kreeg het buurtcentrum toch de functie waarvoor het bedoeld was.   
Studenten van allerlei opleidingen, van social work tot rechten en communicatie, leren met deze vraagstukken wat er daadwerkelijk speelt in de praktijk. En voor de bewoners is het laagdrempeliger; ze praten gemakkelijker met een student dan met een officiële instantie, legt Isabelle uit. ‘Zo wilde een vrouw in Selwerd met een migratieachtergrond graag een bedrijfje starten, maar ze wist niet hoe ze dat moest aanpakken. Omdat er een steunpunt in de buurt was, durfde ze binnen te stappen. Studenten hebben haar geholpen met een bedrijfsplan en nu heeft ze een naaiatelier in Vinkhuizen. En het mooie is dat ze nu ook helpt met WIJS omdat ze zelf zo goed was geholpen.’ 

Contact