SSIN in VO

Hoofdvraag:
Hoe kan het welbevinden van startende vo-leerlingen behouden of geoptimaliseerd worden?

Deelvragen:

1. Welke factoren die van invloed zijn op het welbevinden van leerlingen bij de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs worden beschreven in de literatuur?
2. Welke ervaringen (best practices en knelpunten) noemen (kwetsbare) leerlingen en hun ouders, onderwijsprofessionals en zorgprofessionals over de start op het voortgezet onderwijs?
3. Hoe is de associatie tussen factoren uit de literatuur en de ervaringen uit de praktijk?

Deelvraag 1 wordt vanuit de literatuur beantwoord. Deelvraag 2 wordt vanuit de praktijk beantwoord. In deelvraag 3 wordt vanuit de literatuur en de praktijk een raamwerk opgesteld om invulling te geven aan het behouden of optimaliseren van het welbevinden van de startende vo-leerling.

Door samen met de praktijk (leerlingen, ouders en leraren) onderzoek uit te voeren willen we uiteindelijk bijdragen aan: 

1. De optimalisatie van het welbevinden van leerlingen die starten op het VO;
2. Aanpak(ken) gedragen door leerlingen, ouders en leraren en passend bij hun onderwijscontext;
3. Een positieve houding voor onderzoekend handelen.

1. Wetenschappelijke publicatie literatuurreview in een peer-reviewed tijdschrift;
2. Publicatie praktijkonderzoek in een Nederlands vaktijdschrift en presentatie op een onderwijscongres;
3. Overzichtsartikel met factsheet over een raamwerk met generieke en context-specifieke factoren vanuit ons literatuur en praktijkonderzoek;  
4. Vervolgaanvraag om met onze praktijkpartners binnen één of meerdere lagen (leerlingen, ouders, onderwijsprofessionals (individueel- of schoolniveau) praktijkverbeteringen te gaan uitvoeren en evalueren.

Het project draagt bij aan de kansengelijkheid & participatie van kinderen die de overstap maken van de basisschool naar de middelbare school. De impact van dit project komt tot uitdrukking op verschillende niveaus:

Samenleving:

Een soepele start op het voortgezet onderwijs voor álle leerlingen draagt bij aan inclusief onderwijs en kansengelijkheid.

Onderwijspraktijk – individueel:

• Onderwijsprofessionals zijn bekwaam in het bevorderen van een soepele start;
• Ouders die betrokken zijn bij het vervolg van de studieloopbaan van hun kind;
• Leerlingen met optimaal welbevinden bij de start op het VO.

Onderwijspraktijk – organisatie:

• Scholen die responsief zijn ingericht op een soepele start van hun leerlingen op het VO;
• Scholen met een onderzoekende houding.

Wetenschap:

Meer kennis over een soepele start van VO-leerlingen en kwetsbare leerlingen in het bijzonder.

Het project levert uiteindelijk een toepasbare toolbox op rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk. De tools bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten, ouders of kinderen tegenaan lopen bij de start op de middelbare school. Deze tools zullen via het lectoraat gedeeld worden.