‘Mijn meetmethode helpt bij het monitoren van waterkwaliteit in Nederland’

De kwaliteit van het water in Nederland wordt goed in de gaten gehouden. Waterschappen door het hele land meten continu of mogelijk schadelijke moleculen zoals medicijnen of gewasbeschermers in de rivieren, meren en sloten terecht zijn gekomen, en wat daar het effect van is. Vierdejaars student Chemie Rico Vroom zorgde er tijdens zijn stage voor dat het Waterschap Hunze en Aa’s gewasbeschermers in het water nu zelf kan meten.

Het Waterschap Hunze en Aa’s hield het gehalte gewasbeschermers in het water al in de gaten, maar deze test werd eerst door een externe partij uitgevoerd. ‘Een paar jaar geleden hebben ze een apparaat aangeschaft waarmee ze deze stoffen zelf kunnen meten, de zogenoemde GCMS’, vertelt Rico. ‘Ik vind het wel interessant om met water te werken, dus het leek mij een leuk project voor mijn stage.’

Rico’s taak was om de meetmethode voor de GCMS te ontwikkelen te zorgen dat de resultaten betrouwbaar waren: ‘Ze hadden al wel een basis gelegd, maar ik heb een manier gevonden om te zorgen dat we alle moleculen uit de watermonsters kregen, zodat we ze met de GCMS konden meten. Ook heb ik referenties gemaakt zodat we precies kunnen zien wat de concentratie van de gemeten moleculen is.’

De student vind het leuk dat zijn methode zo echt een bijdrage kan leveren aan een belangrijk onderwerp: ‘De gegevens van alle waterschappen samen worden gebruikt om een beeld te krijgen van de kwaliteit van het water in Nederland. Het is niet zo dat het Waterschap hier zelf op handhaaft, maar als we zien dat bijvoorbeeld gewasbeschermers in de natuur terecht komen en daar schade aanrichten, kunnen we de overheid wel adviseren om in te grijpen en bepaalde stoffen te verbieden.’

Niet alle moleculen werkten helemaal mee, maar uiteindelijk wist Rico bijna alle gewasbeschermers goed te meten. En gelukkig krijgt hij nu de kans om ook af te studeren bij het Waterschap, zodat hij de losse eindjes kan afwerken. ‘De techniek is bijna klaar, ik moet het alleen nog een paar laatste testen doen en dan kunnen ze echt gaan meten.’ Wat hij na zijn afstuderen wil gaan doen, weet Rico eigenlijk nog niet. ‘Ik vind de waterwereld wel heel interessant, dus wie weet wel iets in die hoek. Maar ik ga tegen die tijd gewoon kijken wat er allemaal mogelijk is.’