Burgerparticipatie helpt gemeenten in bevorderen van duurzaam consumentengedrag

  • Onderzoeker aan het woord
duurzaam duurzaam vergadering.jpg

Op de Dag van de Duurzaamheid wordt het project Duurzaam Duurzaam uitgelicht, een initiatief van het lectoraat Marketing en Ondernemen van de Hanze in samenwerking met het Centre for Market Insights en het Lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad van de Hogeschool van Amsterdam. Dit project helpt gemeenten om de meest effectieve maatregelen te kiezen om duurzaam gedrag bij inwoners te bevorderen. Daarbij staat één aspect centraal: de actieve betrokkenheid van inwoners.

Hoewel veel mensen weten dat duurzaamheid belangrijk is, zijn er vaak barrières die hen ervan weerhouden om actie te ondernemen. Vragen als ‘Wat vinden mijn vrienden ervan?’ of ‘Is dat niet te duur of ingewikkeld?’ spelen hierbij een rol. Het project Duurzaam Duurzaam onderzoekt hoe gemeenten bewoners kunnen aanzetten tot duurzamer gedrag en betere keuzes kunnen maken voor effectieve maatregelen. In het project werken de Hanzehogeschool Groningen en de Hogeschool van Amsterdam samen met gemeenten als Almere, Groningen, Aalten en Assen. Voor elke gemeente wordt een specifiek duurzaamheidsprobleem onderzocht, zoals mobiliteit, energie, waterbeheer of duurzame voeding.

Inwoners spreken mee in focusgroepen 

Wat dit project uniek maakt, is dat niet alleen de onderzoekers, beleidsmakers en wethouders aan tafel zitten, maar ook de inwoners zelf. Hun inbreng is essentieel om te begrijpen welke interventies werken en welke niet. Een belangrijk onderdeel van het project is de organisatie van focusgroepen waarin inwoners hun stem kunnen laten horen. In deze groepen wordt gepraat over wat hen beweegt om duurzaam gedrag te vertonen en wat hen nog tegenhoudt. Ronald Peeks, projectleider bij de Hanze vertelt: “Het groepsproces heeft hier een versterkend effect: de dynamiek en interactie tussen de deelnemers leidt vaak tot waardevolle inzichten”.  

Praktische uitdagingen en maatwerk 

In de gemeente Aalten ging het gesprek met inwoners over het afkoppelen van regenwater. Dit onderwerp wordt steeds relevanter vanwege de toenemende regenval en de overbelasting van rioleringen. Uit het gesprek bleek dat inwoners graag meewerken aan duurzame maatregelen, maar dat soms ook maatwerk nodig is. “De tuinen verschillen qua hoogte, waardoor het afkoppelen van de regenpijp bij de ene bewoner problemen kan veroorzaken bij de buurman,” vertelt Ronald Peeks. Dit soort praktische bezwaren kwamen duidelijk naar voren in de gesprekken. 

Voor veel gemeenten is het betrekken van inwoners een nieuwe manier van werken. Erik Kostelijk, onderzoekleider van de Hogeschool van Amsterdam, benadrukt het belang van deze aanpak: “Als je begrijpt waarom iemand wel of niet kiest voor het isoleren van zijn woning, kun je gerichtere oplossingen aanbieden. Dit maakt het beleid niet alleen effectiever, maar zorgt ook voor meer draagvlak.” 

Verrassende inzichten voor gemeenten

Het project toont ook aan dat veel veronderstellingen van gemeenten niet altijd blijken te kloppen. In Almere, waar veel inwoners een migratieachtergrond hebben, werd een gesprek georganiseerd over het bevorderen van fietsgebruik. “We hadden een tolk geregeld voor het gesprek", vertelt Kostelijk, “maar dat bleek helemaal niet nodig; de mensen spraken perfect Nederlands.”  

Daarnaast bleek uit de gesprekken dat mensen met een migratieachtergrond anders kunnen aankijken tegen fietsgebruik. Waar fietsen voor veel Nederlanders vanzelfsprekend is, kan het voor anderen een teken zijn dat men zich geen auto kan veroorloven. Dit soort culturele verschillen zijn belangrijk om te begrijpen als gemeenten hun beleid willen afstemmen op hun diverse bevolking. 

De focusgroepen leverden ook verrassende inzichten op in Groningen, waar het onderwerp duurzame voeding centraal stond. Hier werd gesproken met voorlopers op het gebied van duurzaam eten. Hoewel deze inwoners al actief bezig waren met duurzaamheid, wisten ook zij niet altijd hoe ze het precies moesten aanpakken. Dat je bijvoorbeeld niet perse naar speciale winkels hoeft, maar dat je met het assortiment van een gewone supermarkt al veel kunt bereiken. 

De unieke combinatie van marketing en psychologie binnen dit onderzoek maakt het beleid effectiever

Effectiever beleid 


Karel Jan Alsem, voormalig lector Marketing en Ondernemen van de Hanze, vertelt dat deze inzichten voor de gemeenten soms betekenen dat ze hun maatregelen moeten aanpassen. “Het project draait om het veranderen van consumentengedrag. De unieke combinatie van marketing en psychologie binnen dit onderzoek maakt het beleid effectiever, omdat we gericht kijken naar wat de doelgroep echt beweegt.” Erik Kostelijk vult aan: “Ik denk dat dit een goede manier zou zijn voor alle Nederlandse gemeenten,” stelt Erik Kostelijk. “Ga meer met inwoners in gesprek en leer van wat zij te zeggen hebben.”