Human Capital

Het lectoraat Human Capital richt zich primair op de wisselwerking tussen de werking van de arbeidsmarkt en de regels rond arbeid, onderwijs & scholing en economie. Het lectoraat kent drie leeropdrachten: de leeropdracht Human Capital, leeropdracht Regionale Arbeidsmarkt en de leeropdracht Arbeidsparticipatie.

Het lectoraat Human Capital doet praktijkgericht onderzoek naar transitities op de arbeidsmarkt om bij te dragen aan een duurzame en wendbare regionale economie. We hebben het dan bijvoorbeeld over de aansluiting van onderwijs/scholing en werk, over de overgang van werkloos naar werk of de switch van werk naar ander werk. Wet- en regelgeving, convenanten, beleidsafspraken, gewoonten in een bedrijf, persoonlijke voorkeuren zijn allemaal van invloed op deze transitities. Om deze vervlechting te zien, hanteert het lectoraat een multi-levelperspectief: we kijken bijvoorbeeld naar (de wisselwerking tussen) individuen, organisaties en (sub)regio’s en sectoren. Tevens werkt het lectoraat vanuit een multi-actorbenadering, omdat meerdere partijen (werkgevers, werknemers, overheid, onderwijs, enzovoorts) samen de arbeidstransities mogelijk maken.

Leeropdracht Human Capital

De leeropdracht Human Capital staat altijd in verbinding met andere kennisdomeinen, instituten, lectoraten, overheden en economische sectoren. Zowel intern binnen de Hanzehogeschool als extern, met partners op nationaal en internationaal niveau, en in onze regio. We onderzoeken hoe 'Human Capital' een rol speelt in het versterken van het MKB (Midden- en Kleinbedrijf). Daarnaast kijken we naar de vraag of en hoe innovatie-ecosystemen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van 'Human Capital' en de groei van het MKB.

Leeropdracht Regionale Arbeidsmarkt

Succesvolle bedrijvigheid in een regio start met goed opgeleide mensen. Dit talent in de regio is de basis voor voor economische groei en brede welvaart in deregio. Tegelijkertijd zorgen demografische en technologische ontwikkelingen voor snelle veranderingen in beschikbare en benodigde vaardigheden en in veranderingen in banen en beroepen. Binnen deze leeropdracht richten we ons op de regionale arbeidsmarkt voor de toekomst en wat ons vandaag de dag te wachten staat om ook in de toekomst over voldoende gekwalificeerde mensen te beschikken.

Daarbij richten we ons in het onderzoek naar loopbanen en kijken we naar waar mensen zijn opgegroeid, wonen en werken. Praktisch opgeleiden werken bijvoorbeeld veel vaker in de gemeente waar ze zijn opgegroeid dan hoger opgeleiden. We kijken ook naar de veranderende eisen die werkgevers maar ook jongere generaties werkzoekenden stellen aan waardevol werk. Dat helpt bijvoorbeeld bij het werven van nieuw personeel of bij het juist vasthouden van personeel. En we richten ons op de leer- en ontwikkelcultuur in bedrijven, omdat leven lang ontwikkelen centraal staat in de regionale arbeidsmarkt van de toekomst.

Ga hier naar de website van Talent in de Regio

leeropdracht Arbeidsparticipatie

Onze missie bij de leeropdracht Arbeidsparticipatie is eenvoudig: we willen de werkgelegenheid vergroten en de werkloosheid verminderen in Noord-Nederland door middel van onderzoek en innovatie. We richten ons vooral op groepen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt.

Werk is om meerdere reden van cruciaal belang. Voor de persoon in kwestie biedt werk naast een hoger inkomen, ook sociale contacten, het gevoel erbij te horen en structuur in het leven. Werk is kortom goed voor het algemeen welbevinden. Werk heeft ook positieve invloed op het leefklimaat in dorpen en wijken. En dankzij werk kunnen bedrijven floreren.

Helaas staan in Noord-Nederland meer dan 54.500 mensen werkloos aan de kant en zijn er 80.000 mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (CBS peildatum maart 2023). Dit ondanks de krapte op de arbeidsmarkt. De pijlen zijn lange tijd gericht op het geschikt maken van de werklozen voor de baan, bijvoorbeeld door coaching, scholing of het aanbieden van werkervaringsplaatsen. Gezien de arbeidsmarkt is dit niet meer voldoende. Naast deze maatregelen zal er ook gekeken moeten worden of de baan geschikt gemaakt kan worden voor de werklozen. Hoe dat precies in de praktijk werkt, weten we nog niet. Dan nog zal het een groep niet lukken om een betaalde baan te bemachtigen en te behouden. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen werk kunnen verrichten. In toenemende mate wordt duidelijk dat onze samenleving niet zonder vrijwilligerswerkers en mantelzorgers kunnen. De vraag is hoe we werklozen kunnen stimuleren dit soort werk te gaan en te blijven doen. Met deze werkzaamheden dragen zij dan op hun wijze bij aan onze regionale economie.

Het lectoraat heeft de ambitie om een arbeidsmarktmonitor te ontwikkelen om de impact van de arbeidsre-integratiemaatregelen inzichtelijk te maken. Lukt het met behulp van scholing ook op langere termijn een baan te behouden? Wat is er nodig om een parttime werkloze meer uren te laten werken zodat deze zelfstandig in het levensonderhoud kan voorzien? Hoeveel werklozen kunnen worden gemotiveerd om structureel vrijwilligerswerk te doen?

Met het project Basisbanen wordt geëxperimenteerd met het passend maken van de baan bij de behoeften en mogelijkheden van langdurige werklozen.