Morele handelingsverlegenheid bij (vermoedens van) kindermishandeling
- Onderzoeksproject
Een onderzoek naar morele handelingsverlegenheid onder (aankomende) sociaal werkers in situaties van (vermoedens van) kindermishandeling.
Bij (vermoedens van) kindermishandeling ervaren professionals vaak spanningen tussen ‘doorpakken voor veiligheid’ enerzijds en ‘terughoudendheid’ anderzijds. De samenleving vindt namelijk dat kinderen veilig moeten opgroeien, maar vindt tegelijkertijd dat dit moet kunnen plaatsvinden in de intieme sfeer van het gezin. Iedere afweging in deze vaak onoverzichtelijke situaties leidt snel tot morele hoogspanning bij betrokkenen en omstanders. Sociaal werkers kunnen dan het gevoel hebben dat ze tekort schieten om het goede te doen, wat zich kan uiten in onzekerheid, twijfel of stress. In dit onderzoek spreken we dan van morele handelingsverlegenheid.
Als je als sociaal werker te maken krijgt met (vermoedens van) kindermishandeling beland je, vaak onbewust, in situaties waarin je niet (meer) weet wat het goede is om te doen. We spreken dan van morele handelingsverlegenheid. In het eerste deel van dit onderzoeksproject is aan de hand van diepte-interviews onderzocht welke vormen van morele handelingsverlegenheid sociaal werkers tegenkomen. Met dit deelonderzoek willen we vervolgens inventariseren welke competenties nodig zijn voor het hanteren van morele handelingsverlegenheid.
Lector Integrale Aanpak Kindermishandeling
Onderzoeker leeropdracht Integrale aanpak kindermishandeling
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?