Interprofessionele identiteit meetbaar in de Indonesische context
- Nieuws
Fatikhu Yatuni Asmara heeft een opmerkelijke mijlpaal bereikt door een intercultureel vertaalde en statistisch gevalideerde versie van EPIS (Extended Professional Identity Scale) te introduceren, bekend als EPIS-RI, in de Indonesische context. Deze ontwikkeling biedt een cruciale stap voorwaarts in het meten en het ontwikkelen van interprofessionele identiteit in Indonesië waar interprofessionele educatie (IPE) een verplicht onderdeel vormt van elk opleiding binnen haar 52 universiteiten. Jan-Jaap Reinders, Senior Onderzoeker van de Hanzehogeschool, heeft de theorie ontwikkeld waarop dit meetinstrument is gebaseerd. Ook de EPIS heeft hij samen met, onder andere, lector Wim Krijnen, ontwikkeld. Als copromotor is Reinders om die reden nauw betrokken bij het promotieonderzoek van Asmara.
EPIS meet interprofessionele identiteit als een sociaal construct dat is gebaseerd op twee essentiële factoren: sociale identificatie en interprofessionele samenwerking. Deze twee factoren vormen de ruggengraat van deze wetenschappelijke innovatie, zijn universeel in hun aard en onafhankelijk van cultuur. EPIS is gebaseerd op de nieuwe toepasbare psychologische theorie genaamd Extended Professional Identity Theory (EPIT) die in 2018 door Jan-Jaap Reinders werd gepubliceerd in de European Journal of Work and Organizational Psychology. Asmara's onderzoek heeft overtuigend bewijs geleverd dat de psychometrische (meetkundige) eigenschappen van het op EPIT gebaseerde Indonesische instrument vergelijkbaar is met de EPIS-versies in Nederland, Litouwen, Duitsland en Turkije.
Het succes rond interprofessionele identiteit gaat verder dan alleen het meten van deze identiteit. Aanvullende statistische analyses hebben nieuwe inzichten opgeleverd in interprofessionele identiteiten tussen verschillende beroepsgroepen, wat waardevolle vergelijkende gegevens oplevert. Samen met lector Wim Krijnen, heeft Jan-Jaap Reinders ook kunnen aantonen dat mensen met een sterke interprofessionele identiteit zich anders gedragen. Zij doen meer moeite voor en met elkaar en blijken veel meer informatie uit te wisselen met (toekomstige) leden van andere beroepsgroepen. Zelfs de interprofessionele identiteiten in nieuwe en tijdelijke teams blijken betere prestaties te voorspellen. Om een interprofessionele identiteit te ontwikkelen, is het noodzakelijk dat de professionele identiteiten van verschillende beroepsgroepen niet wezenlijk veranderen. Commitment is namelijk inherent aan identificatie met de beroepsgroep en dus een voorspeller van interesse in en motivatie voor de eigen beroepsgroep.
Zowel in Nederland, in Zwitserland als in Qatar is aangetoond dat onderwijs een essentiële rol speelt in de vorming van een interprofessionele identiteit. In België is bewijs gevonden dat een langere termijn strategie voor de ontwikkeling van een interprofessionele identiteit leidt tot een meer robuuste en relatief minder veranderlijke interprofessionele identiteit. Frequent (maar niet langdurig) interprofessioneel onderwijs tijdens de gehele opleiding zal dan noodzakelijk zijn om echt tot een cultuurverandering te komen die de vereiste zorgtransitie mogelijk maakt. Deze zelfde interprofessionele identiteit gebaseerd op EPIT wordt in Nederland vooral in het Noorden maar ook elders in Nederland onderzocht. De meeste onderzoeken naar deze interprofessionele identiteit vinden in het buitenland plaats. Momenteel wordt in meer dan 20 landen onderzoek opgezet of al uitgevoerd sinds de publicatie van de EPIS in 2020 in de Journal of Interprofessional Care.
De eerste relatie tussen het ontwikkelen van een interprofessionele identiteit en verbeterde uitkomsten binnen de beroepspraktijk, werd vorig jaar aangetoond en gepubliceerd door lector Hans Drenth en collega’s. Inmiddels wordt interprofessionele identiteit in Nederland binnen vier ziekenhuizen, twee revalidatiecentra en binnen de eerstelijnszorg onderzocht. Ook binnen het honoursonderwijs wordt in verschillende Nederlandse onderwijsinstellingen interprofessionele identiteit in relatie tot Sustainable Development Goals onderzocht. Daarnaast wordt op EPIT gebaseerde interprofessionele identiteit binnen de Hanzehogeschool onderzocht door Lourens van der Weerd van de Academie voor Verpleegkunde. Als promovendus richt hij zich op het onderzoeken van didactische strategieën om zowel professionele identiteit als interprofessionele identiteit te ontwikkelen tijdens de opleiding. Op basis van zijn onderzoek zal hij uiteindelijk concrete aanbevelingen kunnen doen voor zowel onderwijsontwikkeling als handvatten voor docenten.
Onderzoeker Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?