'De kinderen moesten springen tijdens mijn gastles en de koning sprong lekker mee'
- Nieuws
Koning Willem-Alexander bracht dinsdag 10 september een bezoek aan basisschool OBS de Huifkar in Ten Boer. Hij sprak daar met kinderen over het aardbevingsgebied. Projectleider Helmar Rouwenhorst van de Pedagogische Academie en lector Susan Ketner hadden beiden een rol in het programma. “De kinderen moesten springen tijdens mijn gastles over aardbevingen en de koning sprong lekker mee.”
Tekst: Jan Willem Kerssies
Foto's: Provincie Groningen, Xander Brinkman
Rouwenhorst verzorgde een gastles over aardbevingen aan de kinderen van groep 8. “Tijdens de les leren kinderen over de Groninger bodem en we bouwen een seismograaf. Persoonlijke ervaringen zijn ook een belangrijk onderdeel van de gastles. Het is vaak een goede basis om over in gesprek te gaan. De koning deed zelf ook mee tijdens de gastles. De kinderen moesten springen om te ondervinden hoe trillingen werken in de bodem en de koning sprong lekker mee. Ik heb de koning zelf niet gesproken, maar hij had veel interactie met de kinderen. Daarbij ging het vooral over het welbevinden. De kinderen zelf vonden de les hartstikke leuk.” De gastles maakt onderdeel uit van een lespakket speciaal voor alle basisschoolkinderen in de provincie Groningen. De Pedagogische Academie ontwikkelde dit lespakket samen met de Veiligheidsregio Groningen.
Na het bezoek aan de gastles ging de Koning naar het volgende lokaal waar hij in gesprek ging met Susan Ketner, lector Jeugd, Educatie en Samenleving en tieners uit de regio. Ketner deed, in opdracht van het Instituut voor Mijnbouwschade Groningen (IMG), onderzoek naar een brede aanpak van immateriële schade van kinderen en jongeren in aardbevingsgebied. “We hebben tijdens het gesprek met de koning laten zien hoeveel kinderen op hun bordje hebben in de regio. Ik had ook echt een bordje meegenomen. Daar had ik dingen opgezet die ouders, vrije tijd, vrienden, huis en dergelijke symboliseerden. ‘Het past allemaal precies op het bordje’, zei de Koning. Maar daarna zetten we er nog een huisje bovenop (symbool voor de aardbevingsproblematiek) en probeerde de aardbevingscoach het bordje iets te bewegen, en viel alles alsnog van het bordje af. Deze manier werkte goed om de situatie van jongeren te visualiseren. Daarnaast hebben we het ook gehad over de langdurige gevolgen en welke oplossingen de jongeren zelf zien. Nu gaan praten mét in plaats van praten over jeugd was één van de aanbevelingen van ons onderzoek.”
Ketner had het bezoek van de Koning stap voor stap voorbereid, maar eigenlijk liep het vanzelf. “Eén van de gesprekspartners aan tafel was de Groningse Commissaris van de Koning René Paas. Hij begon bij binnenkomst meteen gesprekken te voeren met de jongeren. Vooraf wilden wij dat vooral de jongeren zelf aan het woord zouden komen en dat is goed gelukt. Het gesprek ging over wat stress van verhuizen doet met de jongeren en wat doet de aardbevingsproblematiek met ouders of vrienden. De koning luistert goed, kent de problematiek en stelt goede vragen. Zo vroeg hij bijvoorbeeld aan één van de jongeren: ‘Maak je je ook zorgen over de veiligheid van je huis als je gaat slapen?’ ‘We hebben een veilig huis, dus daar lig niet wakker van. Ik wil gewoon niet naar bed’, antwoordde de jongere. Daar moest iedereen natuurlijk om lachen.”
Volgens Ketner had de koning zich goed ingelezen voor zijn bezoek aan Ten Boer. “Hij kent de problematiek goed en ik denk dat hij vooraf al weet had van ons rapport. We hebben goed over kunnen brengen dat het belangrijk is om naar jongeren te luisteren en te investeren in deze doelgroep. Maar hier was koning zelf ook wel goed van bewust.” Zowel Rouwenhorst als Ketner merken een omslag als het gaat over het onderwerp aardbevingen in de provincie Groningen. “Tien jaar geleden werd er nauwelijks over dit onderwerp gesproken met jongeren zelf. Het ging toen ook vaker over ‘de stenen’ dan over ‘de mensen’. Het wordt nu veel meer bespreekbaar en dat is echt een goede ontwikkeling”, aldus Ketner. Rouwenhorst beaamt dat. “Toen wij in 2015 begonnen met het lespakket moesten we het onderwerp met een fluwelen handschoen oppakken en dat is er inmiddels wel vanaf. Destijds zeiden scholen bijvoorbeeld: ‘wij gaan dit niet doen, het onderwerp boezemt alleen maar angst in.’ Je merkt nu wel dat het momentum aan het veranderen is en een bezoek van de Koning draagt daar alleen maar aan bij”, besluit Rouwenhorst.
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?