Textiel is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Maar waar komt dat door? Is het de productiemethodes, onze overconsumptie, of hoe ons textiel op de afvalbult terecht komt? De ongemakkelijke waarheid is: all of the above.
Productie
Het probleem met de textielindustrie is verweven in elke stap van de keten. De ecologische schade begint namelijk al aan het begin van de levenscyclus:
-
Veel synthetische stoffen zoals polyester zijn een vorm van plastic – en worden dus van fossiele grondstoffen gemaakt.
-
Natuurlijke stoffen zoals katoen vereisen enorm veel water. De mode-industrie verbruikt ongeveer 93 miljard kubieke meter water per jaar. Het kost zo'n 7.500 liter water om 1 spijkerbroek te produceren.
-
De textielindustrie draagt bij aan het broeikaseffect: De mode-industrie produceert jaarlijks meer dan 8% van de broeikasgassen en 20% van het afvalwater in de wereld.
-
Dit afvalwater bevat veel verf en kleurstoffen, die vervolgens chemicaliën bevatten die schadelijke kunnen zijn voor de natuur en de gezondheid. Deze schadelijke stoffen komen regelmatig in rivieren en ecosystemen terecht.
Consumptie
- Onze consumptie blijft maar stijgen. In 2019 werd er 646 kiloton aan nieuwe textielproducten aan de voorraden in Nederlandse winkels toegevoegd (van tapijten tot sokken).
-
Ieder jaar worden zo'n honderd miljard nieuwe kledingstukken geproduceerd, waarvan een derde zelfs nooit wordt gedragen.
-
De prijzen in de winkels worden lager en lager. Voor een paar euro koop je al een shirt bij een fast fashion winkel. Net zoveel als een broodje of een Starbucks latte.
-
Elke zes weken hangt er wel een nieuwe collectie in de kledingwinkels.
Gebruik
-
Gemiddeld dragen we een kledingstuk zo'n 6 of 7 keer, maar we dragen fast fashion kledingstukken nog minder vaak. De kwaliteit van deze kleding betekent ook dat het minder lang houdbaar is.
-
Microplastics uit ons textiel komt tijdens het wassen in ons afvalwater terecht – en belandt vervolgens in de oceaan.
-
De invloed van sociale media is groot: wie post er nog twee selfies in dezelfde outfit? We worden daarnaast gebombardeerd met advertenties en nieuwe, 'must-have' producten.
-
Trends komen en gaan sneller dan ooit. Dat betekent dat bij elke nieuwe trend snel (en goedkoop) nieuwe kledingstukken worden geproduceerd, die vervolgens gedurende een korte periode gedragen worden, en dan weer uit de mode zijn. Dit geldt ook voor interieur- en meubeltrends.
Afdanken
- Jaarlijks gooien Nederlanders ruim 135 miljoen kilo textiel in de kledingbakken.
-
Veel van deze kleding gaat naar een goed doel. Deze kleding gaat echter naar landen waar al een overvloed van kleding is, en veel kledingstukken niet eens goed genoeg zijn om gebruikt of verkocht te worden.
-
Deze lading aan gedoneerde kleding heeft in de jaren 90 ervoor gezorgd dat de lokale textielindustrie in deze landen failliet ging. Een aantal Afrikaanse landen willen nu de import van gedoneerde kleding stoppen.
-
Gedoneerde kleding belandt daarom vaak op vuilnisbelten, waar het zich ophoopt en voor veel problemen zorgt voor mens en natuur.
-
Veel winkelketens bieden een verzamelpunt in waar oude kleding gedoneerd kan worden, om vervolgens nieuwe kleding van te maken. De realiteit is dat minder dan 1% van ingezamelde kleding wordt gerecycled tot nieuwe kleding.
En nu dan?
Mogen we dan niet van mooie kleren, zachte handdoeken, of fijne meubels houden? Zeker wel. We mogen er zelfs extra veel van houden! Door meer waarde te hechten aan onze textielproducten, zullen we bewuster omgaan met onze consumptie en verbruik. Dit kan de levenscyclus van textiel verlengen. Dit kan er zo uitzien:
-
Je repareert je textiel voordat je het weggooit.
-
Je deelt of ruilt kleding met vrienden en familie.
-
Je geeft een kledingstuk eerst door voordat je het doneert.
-
Je koopt tweedehands.
-
Je maakt of koopt upcycled kleding.
-
Je bent kieskeurig over de materialen die gebruikt zijn voor je kleding.
Wil je meer weten? Lees dan dit rapport van de Ellen MacArthur Foundation.
Feedback component
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?