'Ik vond het vwo heel erg theoretisch en wilde liever wat meer praktisch onderwijs'
- Alumnus aan het woord
Eigenlijk wilde ze Bouwkunde studeren en architect worden. Al tijdens het eerste jaar van haar studie Built Environment merkte Suzan Langebeeke echter dat ze Civiele Techniek veel leuker vindt en dat je in dat vakgebied veel kunt doen om wereldproblemen aan te pakken. Branchevereniging Koninklijke Bouwend Nederland interviewde Suzan over haar studententijd bij de Hanze.
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, daar staat de afkorting vwo voor. Suzan Langebeeke koos desondanks voor de studie Built Environment aan de Hanze in plaats van Bouwkunde aan de universiteit te gaan studeren. "Ik vond het vwo heel erg theoretisch en wilde liever wat meer praktisch onderwijs", legt ze uit. Spijt van de keuze voor de hbo-opleiding, die ze recent heeft afgerond, heeft ze zeker niet. Hooguit het gevoel dat ze tijdens de vier jaar durende studie misschien iets meer uitgedaagd had kunnen worden. "Al zal dat per persoon verschillen want ik zou het zeker geen makkelijke studie willen noemen. Ik denk dat ik vooral heel erg gemotiveerd was. Ik wilde dingen écht begrijpen. Op de middelbare school heb je niet altijd door waarom je iets moet leren, wat het nut is van wiskundesommetjes die je moet maken. Dat wordt een ander verhaal als je ze gebruikt bij de berekening van de constructie van een brug. Je wilt niet dat die brug instort omdat jij een rekenfout hebt gemaakt!"
Bruggen dus, daar is ze tijdens haar studie regelmatig mee bezig geweest. Dat terwijl dat toch het werkveld van de civiele ingenieur is en ze aan de studie begon met het idee om architect te worden. In het eerste jaar kwam ze er echter achter dat architectuur toch niet echt haar ding was, dat de uitdaging van moeilijke berekeningen haar meer trok. Gelukkig kwam ze niet alleen meer te weten over bouwkunde, maar ook over ruimtelijke ontwikkeling en civiele techniek. Vooral dat laatste vakgebied vond Suzan erg leuk. "Het leek me al interessant en toen ik er meer over leerde en ook over bijvoorbeeld duurzaamheid, besloot ik voor civiele techniek te kiezen. Mooi eraan vind ik ook dat je dingen maakt waar veel mensen echt iets aan hebben; bruggen bijvoorbeeld." Iets betekenen voor de samenleving, een bijdrage leveren aan een betere wereld; het zijn belangrijke dingen voor de 24-jarige. "Tijdens de studie vond ik onderwerpen als klimaatadaptatie heel interessant; hoe je door meer groen in steden hittestress kunt tegengaan, dat je met waterdoorlatend asfalt het wegdek kunt koelen en zorgen dat water weg kan. Ook de toepassing van duurzame materialen in plaats van milieuonvriendelijk staal en beton vond ik heel boeiend." Over dat laatste onderwerp maakte ze haar eindscriptie; een studie naar alternatieve materialen voor brugwegdekken. "Het gaat over de toepassing van biobased composiet, een materiaal op basis van vlas. Het wordt een heel ander verhaal als je dat gebruikt, samen met hout en hars uit bomen in plaats van staal en beton. Zo'n brug kun je later volledig versnipperen en de materialen terugbrengen in de natuur. Dat zijn ontwikkelingen die de wereld heel hard nodig heeft en ik vind het heel mooi wat Civiele Techniek daarin kan betekenen."
Vooral de combinatie van de aandacht voor maatschappelijke vraagstukken, technische vakken en persoonlijke ontwikkeling vond ze prettig aan de opleiding Built Environment én uiteraard de behoorlijk praktische insteek met verschillende stages. Jammer genoeg vielen die voor haar wel gedeeltelijk in het water. "In het tweede jaar moest ik twee stages doen. Eén zou ik bij een ingenieursbureau doen, maar door corona ben ik daar die tien weken nauwelijks geweest en heb ik het onderzoek vooral thuis gedaan." De stage in het vierde jaar, bij ingenieurs- en adviesbureau Sweco, ging wel goed. "Ik heb er 3D modellen gemodelleerd en gevisualiseerd, een keerwand berekend en een fietsbrug berekend en ontworpen. Dat was een leuke afwisseling tussen berekeningen doen die best wel moeilijk waren en het creatieve van ontwerpen en nadenken over materiaalgebruik en dergelijke. Ik denk wel dat het een goed beeld geeft van werken in de maatschappij." Over de begeleiding was ze ook goed te spreken, zowel die vanuit de Hanze als door Sweco zelf. "Ze hebben me absoluut niet aan mijn lot overgelaten, ik heb heel veel uitleg gekregen. Dat was ook wel nodig want de fietsbrug komt er echt, ergens in Noord-Groningen. Als hij er is, ga ik er zeker een keer overheen fietsen!"
Hoewel de stage superleuk en leerzaam was, sloot hij niet helemaal aan op de minor 'Water' die Suzan in het derde jaar koos. "Ik wil meer de waterkant op en daar wil ik nog wel wat meer over leren. Daarom ga ik na de zomer verder met de master 'River Delta Development'. Dat gaat onder meer over beschermen van land tegen water op nieuwe innovatieve manieren.” De Zandmotor voor de kust bij Monster vindt ze een heel aansprekend voorbeeld. "Dat is eigenlijk een berg zand die in zee is gegooid en waarvan precies berekend is hoe dat zand zich over de kust van Nederland gaat verspreiden zodat de kust wordt versterkt. Dat soort dingen vind ik mooi, dat je de natuur kunt laten samenwerken met land en water en zo kunt zorgen voor versterking van de kust. Het is natuurlijk ook heel actueel, als je denkt aan klimaatverandering en de stijgende zijspiegel. Ik vind het belangrijk om bij te dragen aan oplossingen daarvoor."
Dat bij de master ook aspecten als management en beleid aan bod komen, maakt het voor Suzan extra interessant. Als ze naar de toekomst kijkt, dan denkt ze namelijk ook wel aan dat soort functies. Die toekomst is nog wel ongewis. "Net als op de universiteit levert een master op de hbo je ook de titel Msc op. Ik weet alleen niet hoe bedrijven daarmee omgaan, die zijn toch vooral gewend aan universitaire Msc's en weten misschien nog niet goed wat een Msc van de hbo wel en niet kan. Een hbo-master is toch een beetje anders, vaak wat praktischer. Misschien is zo'n Msc juist wel veel makkelijker in te passen in de dagelijkse bedrijfspraktijk."
Waar en wat precies weet Suzan nog niet, maar dat ze heel ander soort werkt gaat doen dan haar vriendinnen, is zeker; geen één daarvan heeft voor een bouwgerelateerde studie gekozen. "Ze vinden het wel heel cool dat ik dit doe. Zeker zoiets als die fietsbrug. Dat is natuurlijk ook iets heel tastbaars." Dat haar vriendinnen voor heel andere studies hebben gekozen, wil niet zeggen dat Suzan bij Built Environment de enige vrouwelijke student was. "Ik schat dat daar zo'n 40% van de studenten vrouw was. Bij Civiele Techniek was dat met 8 à 10 vrouwen in een klas van 40 à 45% een wat lager percentage, maar ik was zeker niet de enige vrouw tussen allemaal mannen." Dat de bouw nog steeds wel vooral een mannenwereld is, is geen issue voor Suzan. "Het heeft me in ieder geval niet tegengehouden om deze studie te gaan doen. Ik denk ook dat het meer voor een andere tak van de bouw geldt; voor de aannemerij, de uitvoering. Dat is ook niet wat me trekt in deze sector; het gaat mij meer om het ontwerpen en het bedenken, me bezighouden met innovatieve ontwikkelingen en iets betekenen voor de wereld."
De Hanze is de oudste multisectorale hogeschool van Nederland. Als je kiest voor de studie Built Environment, dan ga je bezig met het ontwerpen van een duurzame, gezonde en toekomstbestendige gebouwde leefomgeving. Je wordt opgeleid tot ingenieur, die zich bezighoudt met het analyseren van maatschappelijke vraagstukken binnen de gebouwde leefomgeving. Denk hierbij aan thema's als klimaatadaptatie, circulair bouwen, de energietransitie en het woningtekort. Studenten leren hiervoor passende oplossingen te ontwerpen. De opleiding Built Environment wordt gegeven in Groningen.
Interview: Koninklijk Bouwend Nederland
Hoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?