‘Het tweede jaar Accountancy laat je het hele beroep zien’

In het tweede jaar spring je als student Accountancy in het diepe: samen met een aantal mede-studenten doe je dan namelijk het project ‘De integrale opdracht’. Je doet nog nét geen echte opdrachten voor een bedrijf, maar wel simulatie-opdrachten die gebaseerd zijn op de praktijk en die worden begeleid door een accountancykantoor. En daar leer je veel van, zegt student Jarno Remmelts.

‘Het begin van het project was best spannend. Je hebt net je eerste jaar gehad en weet nog niet wat je kunt verwachten. Maar na het eerste interview met de opdrachtgever is de spanning snel weg en wordt het leuker. Omdat je meer kennis krijgt, wordt je steeds zekerder van je zaak. Tegelijkertijd leer je veel van het samenwerken in een projectgroep: hoe je met elkaar communiceert, dat je je verantwoordelijkheid neemt en doorzet als het moeilijk wordt.’

Inzicht in het hele beroep

‘Wat vooral erg goed is aan dit project, is dat je elk aspect van het vak tegenkomt en samenvoegt in je uiteindelijke advies aan het bedrijf waar je zogenaamd voor werkt. Na dit project had ik echt het idee het hele beroep van accountant te overzien, en dat ik alle vakken uit het eerste jaar in de praktijk heb gebracht. Dat vond ik erg waardevol. Tegelijkertijd speel je jezelf in de kijker bij een accountancykantoor, waar je later misschien wel stage gaat lopen of voor gaat werken. Dus als je het serieus aanpakt, heb je alvast een goede indruk achtergelaten.’

Kantorendag

‘Helemaal aan het begin van het tweede jaar, nog voordat het project gestart is, is er ook nog iets anders leuks: de Kantorendag. Je krijgt dan een cursus hoe je jezelf het beste presenteert aan accountancykantoren, en vervolgens heb je met verschillende kantoren een gesprek van 10 minuten. Dat is ook erg goed voor je netwerk, en je krijgt persoonlijke aandacht en tijd om je vragen te stellen. Kort gezegd zijn zowel de Kantorendag als het project ‘De integrale opdracht’ een mooi vervolg op je eerste jaar Accountancy.’