De kunst van het anders durven kijken
- Onderzoeker aan het woord
In 2014 kregen studenten van de Academie Minerva opdracht om tien mensen met dementie te portretteren. Een project dat leidde tot onvermoede inzichten. De belangrijkste? Kunstenaars en zorgprofessionals kunnen veel leren van de manier waarop zij de wereld benaderen. In de boegstroom hiervan ontstonden nieuwe onderzoeksprojecten, een boek én een groeiende samenwerking tussen zorg, onderwijs en kunstenaars.
Dit is een artikel uit het Hanze Impact Magazine. Meld je gratis aan!
De ontmoeting tussen kunst én zorg brengt meer menselijke maat in het werk van kunstenaar en zorgverlener.
‘Er was verbazing, er werd gelachen en gehuild. Soms was er het schokkende besef dat er iemand tegenover je zat wiens brein aan het kapot gaan was.’ Dr. Anke Coumans kijkt nog altijd vol liefde terug op ‘Ik zie, Ik zie…’. Het onderzoeksproject - ontstaan uit de samenwerking met beeldend kunstenaar Herman van Hoogdalem - waarmee het allemaal startte. ‘Ergens voelden wij toen al aan dat de ontmoeting tussen deze werelden iets magisch voort zou kunnen brengen.’
Een model dat tijdens het poseren ineens weg wil. Een vrouw die boos wordt en zegt dat ze haar portret lelijk vindt. Een cliënt die op de gesloten afdeling van een zorginstelling woont, is anders dan het model dat je portretteert in de veilige omgeving van de kunstacademie. Coumans: ‘Mensen met dementie zijn zelden waar je denkt dat ze zijn. Ze gaan op vaak onnavolgbare wijze de interactie met je aan en vragen jou om hen met een open houding te benaderen. Bijzonder was dat onze studenten hiertoe heel goed in staat bleken.’
Elk portret werd het resultaat van een lange ontdekkingstocht. Coumans: ‘Wat reageren die studenten toch afwachtend…, dacht ik in het begin weleens. Tot ik inzag dat hun geduld juist een kracht was. De één verdiepte zich in het levensverhaal van een model. De ander bouwde een relationele band op met haar model: hoe moeizaam dit soms ook ging. Zij wisten dat ze als kunstenaar aanwezig waren, dat een portret het richtpunt was. Maar verder lag alles open.’
In de periodes waarin de studenten hun modellen schetsten, reflecteerden Coumans en Van Hoogdalem op wat ze zagen gebeuren. ‘Het starten vanuit het niet-weten, de overtuiging dat je niets kunt afdwingen. Het niet resultaatgericht denken, maar het ontstaansgericht denken en het omarmen van het onbekende. De kunstenaars die in een onbekende context aan het werk gingen, maakten heel mooi zichtbaar hoe zij zich tot een omgeving verhouden.’
Ook interessant: de Minerva-studenten gaven aan dat ‘Ik zie, Ik zie’ hun kunstenaarschap een nieuwe ‘menselijke’ dimensie gaf. Voortkomend uit het omgaan met iemand die door z’n ziekte anders reageert dan de sociale conventies voorschrijven. Of zoals één van de kunstenaars, Isabella Veltman, concludeerde: ‘Ik ben gaan inzien hoe belangrijk onderling contact is. Als je iemand écht wil leren kennen, maak je een veel sterker portret.’
De sociale bril verbreedde hun blik op de wereld
‘Ik zie, Ik zie’ werd hiermee het begin van een stroom aan nieuwe inzichten. Het begrip ‘Artistieke Attitude’, bijvoorbeeld. Coumans: ‘Dé voedingsbodem voor het ontwerpend vermogen van de mens: het ontstaansgericht denken, het onbekende accepteren, het kritisch kijken naar een omgeving. En nee, deze attitude is niet alleen voorbehouden aan kunstenaars. Het is deelbaar. Ook anderen kunnen zich deze attitude eigen maken.’
Een tweede inzicht was dat de ontwerpende en de zorgende mens elkaar kunnen versterken. Coumans: ‘Verzorgers en verpleegkundigen beschikken over een sterk ontwikkelde zorgattitude. Zij opereren vanuit zorgzaamheid, vanuit de verbinding met de ander. Tijdens dit project werd deze attitude bij onze studenten aangewakkerd. De sociale bril verbreedde hun blik op de wereld. Andersom bracht hun manier van kijken iets teweeg bij de medewerkers van de zorginstelling.’
Zo vertelden zorgmedewerkers dat de uitwisseling tussen cliënten en studenten hen raakte. Coumans: ‘Zij zijn gewend aan een efficiënt proces van handelend optreden. Door de studenten zagen zij in hoe belangrijk het soms is om een situatie rustig op je in te laten werken. Om niet gelijk in actie te schieten als het even anders loopt. Maar om een stapje terug te doen en na te denken hoe je het anders kunt oplossen.’
Wat als je zorgprofessionals door de bril van kunstenaars laat kijken? Vanuit deze vraag startten Coumans en collega Ingrid Schuffelers meerdere onderzoeksprojecten op. Het project Anders kijken, beter zorgen bijvoorbeeld. ‘Niet om zorgprofessionals te leren hoe zij een kunstwerk moeten maken. Wel om hen te laten ervaren hoe ze vanuit een artistieke attitude kunnen kijken naar hun omgeving én zo hun creatieve vermogen aan te zetten.’
Coumans toont een aantal tekeningen. Het resultaat van een sessie met de zorgmedewerkers van Dignis én Minerva-studenten. ‘Wij vroegen hen om een situatie te schetsen die laat zien waarom ze dit werk zijn gaan doen. Een vraag die uitdaagde tot zelfonderzoek en dialoog. Om samen te ontdekken dat je méér bent dan een radartje in een systeem. Dat de kern van je werk niet het volgen van een protocol is, maar menselijkheid. En dat je daarvoor mag staan.’
Coumans schetst een voorbeeld, aangedragen door zorgmedewerkers. ‘Een cliënt raakt in paniek als ze wordt gewassen in haar woonkamer. Je kunt zeggen: zo doen we het hier altijd. Maar, je kunt ook jouw artistieke attitude aanspreken: wat wil iemand mij vertellen? Voelt ze zich wel fijn in een omgeving die zij niet associeert met wassen? Is het een idee om deze handeling ergens anders te proberen…? Zonder oordeel kijken naar die ander, nieuwgierig zijn en vervolgens tot een nieuw vormgegeven oplossing komen. Exact zoals onze studenten het ook zouden doen.’
De ontmoeting tussen zorg en kunst biedt kunstenaar en zorgprofessional nieuwe perspectieven. Die boodschap wil Coumans blijven uitdragen. Daarom schreef ze het boek: De artistieke attitude. Over de wisselwerking tussen kunst en publiek. [zie kader] ‘Om kunstenaars te tonen dat zij in professionele zin onderdeel zijn van een wereld waarin mensen wonen, leven en zorgen. En om zorgprofessionals te helpen om zorgpraktijken te ontwikkelen waarin medemenselijkheid meer centraal mag staan.’
Naast het boek zijn de bevindingen uit ‘Ik zie, ik zie’ terug te vinden in andere initiatieven. Bijvoorbeeld in de Demensplek, onderdeel van de projectgroep Zo willen wij wonen. Ook wordt de opgedane kennis landelijk gedeeld. Zo maken de lectoraten Image in Context en Music in Context (dankzij de Sprong-subsidie Creating Cultures of Care) deel uit van een brede coalitie van partners. Doel: vanuit een kunstenaarsperspectief nieuwe handelingen en scenario’s ontwikkelen binnen zorg- en welzijn.
De droom van Coumans? ‘Een opleidingsprogramma ontwikkelen waaraan zorgprofessionals én kunstenaars deelnemen. Om kunstenaars de verhouding tussen de zorgzame en artistieke attitude te laten ontdekken. En om zorgprofessionals te laten ervaren wat het betekent om binnen een zorgcontext de werken met een artistieke attitude. Om op deze manier de kunstenaar én de zorgverlener die in jou schuilt te versterken.’
Meer weten over het boek ‘De artistieke attitude. Over de wisselwerking tussen kunst en publiek’ dat Coumans publiceerde?
Bestel het boek
Vanuit het lectoraat Image in Context ontwikkelt lector Anke Coumans met haar team projecten waarin beeldend kunstenaars en vormgevers ruimte krijgen om nieuwe rollen te ontwikkelen binnen een sociale, politieke, educatieve of interculturele context. Centraal staat de onderzoeksvraag naar de toegevoegde waarde van kunstenaars en vormgevers, de kwaliteiten die zij inbrengen in de nieuwe rollen en de deelbaarheid van de artistieke attitude. Het lectoraat Image in Context maakt deel uit van het Kenniscentrum Kunst & Samenleving.
Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste impactverhalen?
Schrijf je in voor het Hanze Impact MagazineHoe tevreden ben jij met de informatie op deze pagina?