Medewerkers overleggen bij laptop 2023.jpg

Juridische en economische vraagstukken binnen de energietransitie

In de EU en in Nederland is het streven om in 2050 de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen naar bijna nul. Dit betekent dat we het huidige energiesysteem, gebaseerd op fossiele brandstoffen, moeten omvormen naar een systeem dat grotendeels draait op hernieuwbare energiebronnen. Dit vraagt aanpassingen aan het energiesysteem.

Nieuwe energiebronnen vereisen nieuwe technieken aan de aanbodkant, bijvoorbeeld voor energieopslag en energiedragers. De toenemende variabiliteit aan de aanbodkant zal ook aanpassingen aan de vraagkant vereisen, waarbij eindgebruikers bijvoorbeeld ook de rol van producent (prosumer) aan kunnen nemen. Ook zal een verschuiving plaatsvinden van grotendeels gescheiden markten voor elektriciteit, warmte en brandstoffen naar meer geïntegreerde markten, waar bijvoorbeeld elektriciteit ook ingezet wordt voor warmte- en transportdiensten.

Nieuw energiesysteem 

Dit vereist een kritisch nadenken over marktordening van het nieuwe energiesysteem. Om ervoor te zorgen dat de geïntegreerde energiemarkt groene, betrouwbare en betaalbare energie kan leveren. Ook het recht speelt een grote rol in de energietransitie. Zonder juridische kaders kan het investeringsklimaat minder gunstig zijn, worden consumenten (niet of) minder goed beschermd, ontbreekt het aan middelen voor (lokale) overheden om vorm te geven aan deze energietransitie en kan er oneerlijke concurrentie bestaan. Het energierecht kan faciliterend werken in zowel haar aanwezigheid als haar afwezigheid.

Vraagstukken lectoraat 

Binnen dit lectoraat kijken we daarom naar de volgende vraagstukken:

  1. Wat zijn economische prikkels voor duurzame energie?
  2. Hoe komen energieaanbieders en -afnemers samen in de markt en hoe wordt dit juridisch en economisch geregeld? Oftewel: hoe werkt het energiesysteem?
  3. Wat zijn juridische randvoorwaarden in de energietransitie, zoals eigendomsrecht, veiligheid en omgevingsrecht?
  4. Hoe vertalen we dit alles in beleid?

Onze mensen