Slim renoveren rijksmonumenten draagt bij aan het terugdringen van CO2-uitstoot

  • Nieuws
rentenierswoning
Maarten Vieveen.jpg

Het verduurzamen van rijksmonumenten zorgt ervoor dat de CO2-uitstoot over een periode van dertig jaar met 18 procent afneemt. Dat blijkt uit onderzoek van stichting Libau en het lectoraat Duurzaam Gebouwde Omgeving, onderdeel van Kenniscentrum NoorderRuimte. “Ik vind het fantastisch nieuws dat monumenten door slim te renoveren de komende dertig jaar bijdragen aan het terugdringen van CO2-uitstoot”, zegt Maarten Vieveen, onderzoeker Duurzaam Erfgoed bij de Hanze en erfgoedadviseur bij Libau.

Tekst: Jan Willem Kerssies 
Fotobron: Mark Sekuur / RCE 2024  
 
Er zijn allerlei publicaties over verduurzamingsmaatregelen voor monumenten. Maar wat gebeurt er in de praktijk en wat zijn concrete effecten op monumentwaarden, milieu en de algehele tevredenheid over het verduurzamen van een rijksmonument? “Met deze evaluatiestudie leren we concreet wat het verduurzamen van rijksmonumenten in de praktijk betekent”, legt Vieveen uit. “En vervolgens wat de effecten van deze maatregelen zijn op erfgoedwaarden, energieprestaties en milieubelasting. Aanleiding van ons onderzoek is groot onderhoud en restauratie van rijksmonumenten. Daar heeft de provincie Groningen een subsidie voor waarin budget beschikbaar is voor energiebesparende maatregelen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (de opdrachtgever voor dit onderzoek) en provincie wilden graag weten welke maatregelen er genomen worden met het budget. Maar ook: waar lopen eigenaren tegenaan bij het verduurzamen van de panden.”  

Vijf monumentale panden 

Er zijn voor het onderzoek vijf particuliere monumentale panden onderzocht in de provincie Groningen: een villa in Appingedam, boerderijen in Spijk en Ezinge, een kerk in Musselkanaal en een rentenierswoning in Leens. Architectuurhistoricus Aron Banninga heeft specifiek gekeken naar de erfgoedsituatie voor en na de restauratie. Daarnaast berekende energie-expert Tamizh Munuswamy het energieverbruik voor en na de ingrepen. “Bij een renovatie is de eerste stap vaak het beperken van energieverbruik en vervolgens te kijken naar installaties”, legt Vieveen uit. “De subsidies zijn ook gebruikt voor isolatie van daken of muren en voor vensterverbetering. We zien vooral vaak voorzetwanden of dakisolatie. Bij daken valt de meeste winst te behalen, omdat de oppervlakte het grootste is. Bij stenen vloeren zien we dat er soms wordt gekozen voor vloerverwarming, maar wel beperkt omdat het altijd impact heeft op de monumentwaarde. Op drie van de vijf rijksmonumenten zijn zonnepanelen geplaatst.” 

‘Fantastisch nieuws’ 

De gehele reductie van de CO2-uitstoot over dertig jaar is berekend door de verwijderde en toegevoegde materialen op te tellen met de berekende CO2-reductie uit het energieverbruik. Dan is sprake van een gemiddelde reductie van CO2-uitstoot van 18 procent. “Ik vind het fantastisch nieuws dat monumenten door slim te renoveren de komende dertig jaar bijdragen aan het terugdringen van CO2-uitstoot. Dit bericht verwacht je niet, je denkt eerder dat monumenten zo lek zijn als een mandje. Maar het tegendeel kan bereikt worden. Vanwege aannames die wij voor dit onderzoek hebben moeten doen, verwacht ik dat de reductie in werkelijkheid nog hoger is. En eigenlijk is het beeld nog onvolledig. Als je wilt uitrekenen hoe circulair een gebouw is moet je de CO2-uitstoot door verwijderde en toegevoegde materialen afzetten tegen hoeveel CO2-uitstoot er zit opgeslagen in gehandhaafde materialen, de embodied energy. Dan kun je ook aangeven hoe goed monumenten het doen ten opzichte van circulaire nieuwbouw of renovatie van niet-monumenten. Wij hebben hier hoge verwachtingen van en daar willen we graag nog eens onderzoek naar doen. ” 

Kerk musselkanaal.jpg

Duurzaam monumentenadvies 

In het Klimaatakkoord staat hoeveel energie we moeten besparen. Beschermd gebouwd erfgoed is in Nederland vrijgesteld van deze energiedoelstellingen, maar de erfgoedsector heeft zelf een routekaart opgesteld. Vieveen: “In de routekaart staat dat de sector in 2030 veertig procent energie wil besparen en in 2040 zestig procent. Van de vijf onderzochte rijksmonumenten voldoet één, en één bijna, aan de ambities voor 2030. Ik ben best hoopvol dat de doelen haalbaar zijn, maar misschien nog niet in 2040. Zo kun je door je verwarmingssysteem goed te regelen of door ruimtes slim te gebruiken al snel tot een besparing van twintig tot dertig procent komen. De woningeigenaren die we gesproken hebben voor ons onderzoek realiseren al een forse besparing zonder dat daar een energieplan voor was gemaakt. Als je ziet dat deze mensen zonder dat advies al tot zulke besparingen komen, wat is er dan nog meer mogelijk?” 
 
Bij geen van de monumenten is vooraf een duurzaam monumentenadvies opgesteld. Vieveen gelooft dat als er vooraf wel een plan was opgesteld, er nog meer bespaard had kunnen worden. “Sommige eigenaren zijn tien jaar geleden al begonnen. Je ziet dat het vaak ad hoc werk is omdat renovaties duur zijn en er niet altijd geld beschikbaar is. De ondervraagde eigenaren gaven ook aan dat er veel bij komt kijken. Het kost veel tijd en geld en veel partijen gaan over de besluitvorming als je een rijksmonument wil renoveren en verduurzamen. Dat is soms lastig, maar uit de gesprekken blijkt dat eigenaren trots zijn op de door hun gerealiseerde resultaten. In alle gevallen is na de renovatie het comfort verbeterd en de meeste energierekeningen zijn met meer dan vijftig procent gedaald. Achteraf gezien gaven de eigenaren aan dat het goed was dat al die partijen er waren, omdat er betere oplossingen voor de woning uit voortkwamen. Daarbij moeten we de toewijding van eigenaren ook niet onder stoelen of banken steken. Zij moeten, vaak zonder kennis van zaken, beslissen over deze materie, de rekeningen betalen en een groot verbouwproject doorlopen.”  

Monumentwaarde 

Rijksmonumenten zijn gebonden aan regelgeving voor behoud, wat betekent dat voor eigenaren die willen verduurzamen? Het onderzoek toont aan dat, alhoewel het complex is, verduurzamen wel uitvoerbaar is. Het levert zowel voordelen op in comfort als financiën. En nu in Groningen de subsidiemogelijkheden voor rijksmonumenten zijn vergroot, wordt dat interessanter om mee te nemen bij groot onderhoud en restauratie. Vieveen: “Als je een aardgasvrije woning van nieuwbouwkwaliteit wilt, moet je niet in een rijksmonument gaan wonen. Uiteraard zijn er regels, die zijn er om bijzondere historische waarden te beschermen. Deze waarde zorgt juist dat de monumenten zo bijzonder zijn.” 

Bij alle vijf de rijksmonumenten heeft verduurzaming impact gehad op het monument. Maar de aanpassingen zijn gedaan in overleg met advies van de gemeente en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om de monumentale waarde zo goed mogelijk te behouden. Wat verduurzamen doet met de monumentwaarde was één van de kernvragen van het onderzoek, legt Vieveen uit. “In de meeste gevallen was het waardeverlies op het geheel acceptabel. In Leens is er bijvoorbeeld vacuümglas gebruikt, waardoor het oude glas verloren is gegaan. Een discussiepunt waren de hele kleine puntjes in het vacuümglas. Als je heel goed kijkt zie je het, dat is jammer. Van een afstandje zie je het niet en daarbij heeft het vacuümglas bijna de isolatiewaarde van triple glas en een hele goede akoestische waarde. Deze afwegingen worden altijd door de gemeente gemaakt in het kader van de Omgevingsvergunning en kunnen per situatie heel verschillend zijn. Eigenlijk wil je helemaal geen schade aan een monument, maar soms leidt niets doen op lange termijn ook tot waardeverlies dus wordt het acceptabel gevonden. Bovendien is het verduurzamen van rijksmonumenten ook in het belang van het toekomstig gebruik van deze gebouwen. Dat is één van de belangrijke conclusies van het onderzoek”, besluit Vieveen. 
 
Het volledige rapport is te downloaden op de website van Libau en de onderzoeksportal van de Hanze.   

Interessegebieden

  • Aarde en Milieu